Op (wereld)reis

In juni 2008 (precies 1 jaar voor aanvang van deze reis) bezocht ik mijn vrienden Paul & Renate, die inmiddels 7 jaren door Afrika hadden gezworven en nu een camping opzetten in Ouzoud, zo’n 100 km van het bekende toeristenoord Marakkech. Ik vertelde Paul van mijn plannen om een auto te kopen, deze naar Chili te verschepen en dan terug te rijden naar New York. Volgens zijn goede raad moest ik vooral geen Defender (mijn grote liefde) kopen, maar een Landcruiser (omdat deze overal in de wereld wordt ondersteund) en moest ik deze vooral niet gelijk verschepen, maar gewoon vanaf huis beginnen met rijden. Dus het volgende (zeker niet nieuwe) plan werd geboren om via Frankrijk, Spanje een bezoek te brengen aan hun camping in Marokko, om daarna onze weg te volgen door West Afrika.

Nadat de auto begin mei 2009 al helemaal klaar stond voor vertrek (en mijn spullen trouwens ook), maar het echte moment nog niet ‘daar’ was, besloot ik toch ‘iets’ voor te bereiden.Niet voor Frankrijk, Spanje en Marokko, maar wel voor West Afrika. Na mijn bezoek aan de site van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, ben ik die voorbereiding gelijk gestopt. Een negatief reisadvies: uitsluitend voor strikt noodzakelijke en dringende zaken reizen begaanbaar, maar voor doorreizen niet aan te raden. En dus wordt het afwachten hoe de situatie is, als we straks aan de grens komen.

En dat vindt niet iedereen een goed idee. Vooral mijn moeder, mijn zus en mijn beste vriendinnen hebben zo hun bedenkingen. Maar ik druk hun steeds op het hart, dat we het ‘gevaar’ niet zullen opzoeken en echt terug zullen gaan als het echt niet gaat…
Bovendien roep ik ook steeds: ‘we zijn niet van de aardbodem verdwenen, alles is al ontdekt en er zijn ons in elk land en op veel routes al veel mensen voor gegaan! We maken geen ‘wereldreis’, maar we bereizen een deel(tje) van de wereld en het echte avontuur en de bijhorende spanning van het reizen is niet meer in deze tijd…

Al zolang als ik me kan heugen en tot aan mijn 23ste reisde ik elk jaar met mijn ouders 4 tot 5 weken tijdens de zomervakanties. Door de Benelux, door alle Duitstalige landen, door Frankrijk, Spanje, Portugal en de meest mooie reizen naar Italië, Joegoslavië, Griekenland en Turkije. Ik weet nog dat iedereen mijn ouders ‘voor gek’ verklaarde om zo’n eind en zo lang te reizen met twee kleine kinderen. Als wij ergens twee of drie nachten stonden, dan hing mijn vader ’s avonds al weer met de gaslamp boven de landkaart en dan wisten mijn zus en ik dat wij de volgende dag weer zouden ‘opbreken’. Wat hebben wij in al die jaren, weinig andere toeristen, maar veel van Europa gezien…

Als er wel toeristen waren, dan stonden ze in de avonduren te wachten voor een telefooncel om een teken van leven te kunnen geven richting het thuisfront. Het jaar dat ik met mijn vader van Maastricht naar Le Lavandou (Zuid Frankrijk, 1.400 km) fietste en mijn moeder in 2 etappes achter ons aan reed, belde wij als het mogelijk was alle even dagen en mijn moeder alle oneven dagen naar mijn opa en oma in Velp. Zo wisten we van elkaar waar we uithingen en waar we elkaar weer zouden treffen. Geen mobiele telefoon en geen internet op elke hoek van de straat…

In het jaar (1996) dat ik met mijn vriendin Jeannette in een overland-truck van Kenia naar Kaapstad reisde, communiceerde wij met collega-reizigers door middel van het ophangen van briefjes in guesthouses. Als we elkaar in Tanzania niet zagen of spraken, dan stapte je weer op de truck in Malawi, Zambia, Zimbabwe, Botswana, Namibie of troffen we elkaar aan het einde van de reis in Kaapstad. Eigenlijk heel eenvoudig…

De jaren iets daarvoor en daarna reisde ik door Thailand, Cyprus, Sri Lanka, Guatemala, Honduras, Belize, Hawaii, Ierland, Alaska en Afrika. Toen al konden wij op elke hoek van de straat contact houden met het thuisfront via internet. In 2004 reisde wij met 12 landrovers van China naar huis en bezocht ik China, Tibet, Nepal, de Verenigde Arabische Emiraten, Oman en Jemen. De satelliettelefoons die we bij ons hadden werd eigenlijk nooit gebruikt, alle communicatie verliep via internet. Het reizen door de natuur was vooral indrukwekkend mooi, de ontmoetingen met de locale mensen bijzonder, maar echt avontuurlijk of spannend is het nooit echt geweest…

Tegenwoordig maken veel mensen een wereldreis en doet iedereen verslag van zijn of haar ervaringen via een eigen website. Als je de sites bezoekt en doorleest, dan komen alle verhalen eigenlijk op hetzelfde neer. Voor mij een reden om geen site bij te houden. Maar op veler verzoek, van familie en vrienden zal ik toch ‘verhalen’. Niet omdat ik denk dat wat wij meemaken zo bijzonder is, maar gewoon… om op een eigentijdse, moderne manier contact te houden met het thuisfront…
En wie weet… ontdek ik op mijn 40ste vooral mijzelf!